Persoonlijke portretten

Voor de Wijkkrant van Nijmegen Oost schrijf ik regelmatig persoonlijke portretten van wijkbewoners. Bij deze een selectie daaruit:

 

Erik Strijbosch, een échte Nijmegenaar

Erik Strijbosch, een echte Nijmegenaar

Erik Strijbosch (foto Marc van Kempen)

Een opvallend rustige verschijning. Fietstassen van ‘Brood op de Plank’ aan de bagagedrager, zit rechtop en kijkt om zich heen. Zo zie ik Erik wel vaker door de wijk en bij ons door de straat fietsen. Tijdens het interview dat ik met hem heb kom ik er achter dat ik desalniettemin met een superactieve bewoner van Oost te maken heb.

 Erik is een van de bewoners van een project van de Driestroom op de broerweg. In deze woonvorm wonen volwassenen tussen de veertig en vijfenzestig jaar met een licht tot matig verstandelijke beperking. Op de begane grond is de hoofdwoning waar de groep woont. Hier is dag en nacht begeleiding aanwezig. In de woningen boven de groep wonen de meer zelfstandigen in een zelfstandige wooneenheid. Erik is er daar één van, hij is geboren met het downsyndroom. Sinds de nieuwbouw, twaalf jaar geleden, woont hij daar. Met de groep deelt hij wel activiteiten, ze eten bijvoorbeeld samen. Voordat hij neerstreek op de broerweg woonde hij een tijdje op de Groesbeekseweg. Erik is nu 53 jaar. “Ik heb wel Down maar ik merk niet dat ik het heb. Ik heb niet zoveel beperkingen.”

 

oranjevierkant_klvierkantgras

 

Nijmegenaar
“Ik ben een échte Nijmegenaar, geboren en getogen op de Kwakkenbergweg.” Van daar uit leerde hij de wijk goed kennen, zeker ook toen hij verschillende scholen bezocht. “Als ik reis door de stad ga ik op de fiets. Dan ben ik onderweg naar mijn werk, naar huis of onderweg naar mijn familie. Ik doe het altijd heel rustig aan op de fiets.”

Wat maakt verder dat hij een echte Nijmegenaar is? “Ik praat een beetje plat” vertelt hij. Een licht accent is inderdaad te horen, maar buiten dat valt op dat hij zijn woorden zorgvuldig kiest en bedachtzaam spreekt. Zijn vader, ook een echte Nijmegenaar, is jong overleden. Hij was maar 56 jaar toen hij een hartstilstand kreeg. Erik is erg trots op zijn vader. Vader was een bekende in de Nijmeegse makelaardijwereld, een van de oprichters van makelaardij Strijbosch & Thunnissen. De moeder van Erik is inmiddels ook overleden.

Erik komt uit een grote familie, het gezin waarin Erik opgroeide telde 9 kinderen. Een aantal van zijn broers en zussen woont hier nog steeds in de wijk. Hij gaat regelmatig bij ze koffie drinken.

Actief leven
Erik is een druk man. Vier dagen in de week werkt hij bij Brood op de Plank. In de bediening. Leuk werk vertelt hij; mensen helpen en eten bezorgen ligt hem wel. Hiervoor werkte hij bij Coffijn en Blixem. Allebei onderdeel van de Groesbeekse tehuizen. Ook daar werkte hij in de bediening, daarnaast nam hij in die tijd zitting in de cliëntenraad van de Groesbeekse tehuizen.

Een legioen aan bekers, gewonnen bij sportevenementen, vult de kamer waarin we zitten tijdens het interview, zijn eigen woonkamer. Paardrijden, hockey en vooral tennis zijn zijn favoriete sporten. Eerder volgde hij een opleiding tot tennisleraar. Daardoor geeft hij nu, bij tennisvereniging Tachys, les aan pupillen die ook het downsyndroom hebben.

 

Dat doet hij elke dinsdag, maar nu is het winterstop, en zijn de activiteiten vooral binnen. Onlangs speelden ze met het team nog in Heerenveen tijdens de Special Olympics, een tweejaarlijks sportevenement voor verstandelijk beperkten. Erik behaalde een bronzen medaille op het onderdeel tennis. In 2016 worden deze spelen in Nijmegen, Groesbeek en Wijchen gehouden. ‘Als de spelen hier zijn doe ik mijn beste pak aan’.

Erik is als ambassadeur enorm betrokken bij de Special Olympics en heeft zich er de afgelopen jaren voor ingezet deze spelen nu hier te krijgen. En dat is dus gelukt. Het  plakkaat dat de deur van zijn woonkamer siert, laat daar geen misverstand over bestaan. ‘Special Olympics, Sportkantoor, Ambassadeur, Adviesbureau’.

Dat actieve heeft hij van zijn vader geërfd, Maar dat niet alleen. Ook hun handen lijken op elkaar, en als pronkstuk daaraan, de zegelring die hij via zijn broer erfde. “Ik lijk het meest op mijn vader”.

En momenten van rust
Al met al een druk leven, vrijdag is daarom een dag om tot rust te komen. Dat doet hij ook als hij van een lange werkdag vaak pas om zes uur thuis komt, ‘dan ga ik lekker in de stoel zitten, oogjes dicht en kom ik tot rust’. Of hij zet een klassiek muziekje op en leest er de Gelderlander bij. Even alleen zijn is erg belangrijk voor hem. Klassieke pianomuziek is favoriet, ‘de drie vleugelvrienden’, Louis van Dijk, Pim Jacobs en Pieter van Vollenhove beluistert hij het liefst.

Erik heeft sinds acht jaar een relatie met Anneke, ze leerden elkaar kennen bij het woonproject op de Groesbeekseweg. Anneke woont in de groep beneden. Aan zijn hand draagt hij hun vriendschapsring. Samen gaan ze af en toe wandelen of koffie drinken. Een aantal jaren geleden waren ze een keer met zijn tweeën op vakantie.
Volgende zomer gaat Erik wéér met vakantie, dan is hij te vinden aan het Gardameer in Italië

 


Alles draait om film

Constant Hoogenbosch,

Constant Hoogenbosch, foto: Bert Hendrix

Volgens Constant Hoogenbosch stond de man aan het loket van de Kamer van Koophandel vreemd te kijken toen hij zich vijftien jaar geleden liet inschrijven met ‘Movie Machine’, zijn filmpers- en communicatiebureau. “Als alle radertjes goed werken”, hielp Constant hem, “dan is er een goed geoliede machine”. 6 september jongstleden vierde hij dat deze machine inmiddels vijftien jaar gestaag doordraait.

Je kunt ook bijna niet anders verwachten: deze filmman woont in een wat donker en filmisch jaren vijftig bovenhuis; in de woonkamer een bioscoopachtige setting waar, ten tijd van het interview, zijn partner Neeltje een film aan het kijken is. Op andere momenten is ze een etage hoger te vinden. Letterlijk en figuurlijk als rechterhand van Constant, in een kantoor dat uitpuilt van dvd’s, boeken, gadgets en posters. Samen zijn ze een team: zij regelt, en hij ontwikkelt en onderhoudt een oneindige stroom aan initiatieven en projecten. “Als het maar om film gaat.”

In de ban van
De feiten over Constant: geboren op de St. Annastraat in ‘67, getogen in de Weezenhof. En eigenlijk gedoopt in het oude Luxor filmtheater. In het ouderlijk huis wordt veel muziek gedraaid, modern en klassiek. Vader is filmliefhebber en Constant kijkt en luistert zodoende al vroeg mee. Hij is zes jaar als hij voor de eerste keer een matineevoorstelling bezoekt. In zijn eentje. Vader gaat ondertussen even de stad in. ‘Fantasia’ van Disney ligt op de rol. Het is donker in de zaal, en onrustig, want het is een kindermatinee. “Ja, ‘tuurlijk, Disney! Maar eigenlijk geen kinderfilm.

 

Schattige beestjes hoor, maar er zitten ook heel abstracte stukken in, die de muziek volgen. Voor kinderen erg saai.” Maar niet voor Constant. “Ik heb met zúlke ogen zitten kijken: de combinatie van dat beeld, op dat grote scherm, met die fantastische muziek van Beethoven! Ik weet nog dat ik naar buiten liep: ik was compleet gegrepen.”Vanaf dat moment staat zo’n beetje zijn leven in het teken van film, hij leest wat hij te pakken kan krijgen. Eerst boeken, later ook filmtijdschriften. En, als de leeftijd het toelaat, bekijkt hij de films die daarin besproken worden. Wanneer het fenomeen ‘videoband’ zijn intrede op de markt doet, komen ongeveer alle films binnen zijn bereik. “Stáaapels heb ik toen bekeken!”
Parallel daaraan groeit zijn interesse in muziek, meer speciaal filmmuziek. Na school, op vrijdagmiddag, gaat hij op zijn fietsje naar de Lindenbergbibliotheek, de kelder in, naar de muziekafdeling. Ze kennen hem daar, hij vertedert, en na verloop van tijd mag hij als allereerste de nieuwste filmmuziek lenen.

Ogen en oren
“Film kijken doe je met je ogen en je oren.” Dat vooral maakt het tot een directe en intensieve beleving voor Constant. Maar film voedt ook zijn nieuwsgierigheid, brengt andere culturen en gewoontes voor het voetlicht. Zo ontdekt hij dat de manier waarop men bijvoorbeeld in Japan filmt heel anders is dan in het Westen. Dus gaat het fietsje weer naar de Lindenberg, om te achterhalen waar dát dan weer vandaan komt. Als hij uiteindelijk het geld heeft, schaft hij ze zelf aan, de boeken over de Japanse en Koreaanse film, gevolgd door eigenlijk alles wat er over cinema verschijnt. Muziek, film en cultuur komen zo samen.

Als student cultuurhistorie heeft de ‘film’ hem nog steeds in zijn greep. Sociologie, filosofie, kunstgeschiedenis en culturele antropologie: hij bestudeert dit alles daarnaast, met de focus op het medium film. In de loop der jaren valt er zo veel te verklaren en te duiden voor hem.
Een ideaal uitgangspunt om als filmredacteur aan het werk te gaan bij Omroep Gelderland en voor de KRO. Hij schrijft daarnaast scenario’s, adviseert, en ontwikkelt pr-activiteiten om films te promoten voor Nederlandse filmdistributeurs.

 

aarde_lg

 

 

Focus
In de loop der jaren zijn de radertjes van de filmmachine lekker warm gelopen. Bij vakgenoten ziet hij een focus op één aspect in het filmvakgebied. Te kwetsbaar, wat hem betreft. Zelf breidt hij het scala aan activiteiten uit met lezingen en cursussen voor filmhuizen. Daarnaast geeft hij les aan verschillende hogescholen, zorgt voor beeldmateriaal bij voorstellingen, neemt interviews af voor vaktijdschriften, levert bijdragen aan radioprogramma’s, en stelt op verzoek film- en muziekcollecties samen. Een paar jaar geleden signaleert een filmkenner dat er niet echt iets is op quizgebied voor filmcracks. Enfin, lang verhaal kort: op 27 november komen landelijke teams naar Lux voor de finale onder leiding van Constant.Toen hij ter ere van het bedrijfsjubileum zelf een overzicht samenstelde, stond hij er zelf ook wel wat van te kijken: “Hee, dat is toch eigenlijk wel veel.”

Op de rol
Desalniettemin maakt hij nu tijd vrij om twee eigen filmprojecten te ondernemen. Constant schreef het scenario voor een film met een Nijmeegse acteur, én hij is bezig met een film waar hij samen met Thomas Verbogt het scenario voor schrijft.

Al dat schrijven en praten over films; waar het om draait, de film, daar geniet hij nog steeds van. Vooral van het samengaan van de beleving van wat je ziet en wat je hoort. “Maar vergis je niet: droog beeld – zonder geluid – kan ook heel hard binnenkomen. Daar zijn de Japanners heel goed in. Het mooie van film is: er komt geen eind aan, er zullen steeds weer nieuwe komen.” Alle genrefilms, van té slecht of té gruwelijk om naar te kijken tot de geniaalste films van de grote filmmakers, hij bekijkt het allemaal. En blijft zich op die manier trainen om films op hun waarde te schatten.

Maar de uiteindelijke test is toch, en die is heel persoonlijk, of een film je raakt. Hij memoreert op Facebook daarbij Kafka, die schreef: “een boek (lees: film) zou de bijl moeten zijn voor de diepgevroren zee binnen in ons”. Laatst zag hij ‘Our Little Sister’, de nieuwe film van Hirokazu Koreeda, oprecht en integer gemaakt, met een enorm aangrijpend verhaal. “Dat was zo’n film die je recht in je hart raakt.”
www.moviemachine.nl

 Een nieuw avontuur tegemoet

 

Frans Loeffen

Frans Loeffen, foto Marc van Kempen

“Ik was de oudste, de jongste, de knapste en de lelijkste”. Zo typeert Frans Loeffen zijn jeugd die afspeelde in Gennep. Een eenling ook, onder de beschermende vleugels van vader en moeder, waardoor het jonge leven soms wat saai is. 47 jaar later is dat anders, gaat hij een nieuw avontuur tegemoet. Met een pipowagen welteverstaan.

 

Als Frans opgroeit is vader huisman, ongebruikelijk nog in de zestiger jaren. Gevolg van een bedrijfsongeluk in de enige fabriek die Gennep rijk is, de Page.
Na de lagere school gaat hij naar de LTS, timmeren. Eerst twee jaar algemeen, de jaren daarna komen daar vaardigheden van metselen, algemene bouwwerkzaamheden en timmerman op de bouw er bij. Diep in zijn hart ging hij liever als meubelmaker aan de slag maar goede opleidingen ontbraken toen in Nederland. Dan had hij naar België moeten verhuizen.

wegdekvierkant1

 

“Mooi werk!”
Als jochie van 16 komt Frans op uiteenlopende projecten op de bouw terecht, onder de hoede van twee leermeesters. In Gennep zelf bouwt hij mee aan woningen in een leerlingenproject; daken, ramen en deuren aftimmeren. “Als je alsmaar het zelfde doet wordt het een beetje saai.” Dus Frans verlegt zijn werk naar Zaltbommel en timmert mee aan de bekisting van de betonconstructie van de tuibrug daar. Vergelijkbaar met de Oversteek die in Nijmegen werd gebouwd. “Ik heb er vol aandacht naar staan te kijken, dat is toch wel mooi werk zeg!”. Het had hem wel wat geleken om mee te timmeren op dat kolossale bouwproject.

“Gevoelsmatig wordt het een ook een stukje van jou als je iets gemaakt hebt. Dat heb ik bij klanten, maar ook nog steeds bij de brug in Zaltbommel. ‘De Frans Loeffen brug’, dus eigenlijk. Net als van al die anderen die er aan mee timmerden trouwens.”

Na de grote bouwprojecten, eind negentiger jaren, is het weer tijd voor iets anders. Inmiddels heeft Frans Myrna Rasker ontmoet in Maastricht waar ze de kunstacademie volgt, en wonen ze in Nijmegen. Hank Nooteboom heeft in die tijd op de Driehuizerweg een voormalige boerderij gekocht, waaraan veel moet gebeuren wat betreft onderhoud en renovatie. Daarvoor komt Frans bij hem in dienst. Hank heeft een neus voor allerlei uiteenlopende bouwmaterialen die hij in dit gebouw bij elkaar brengt. Aan Frans de uitdaging om het met de kennis en kunde die hij als timmerman in huis heef én de nodige improvisatie het op een goede manier op zijn plek te krijgen. “Dat was wel even wat anders als dat voorgekauwde van de betonbouw.”

Wereldreis

In die tijd trekt Myrna de stoute schoenen aan en geeft Frans op voor de milleniummarathon in Nieuw Zeeland. “Frans was veel aan het hardlopen, en ik dacht: als ik hem opgeef dan zitten we in ieder geval al daar.” Het plan dijt uit, ze slagen er in om het huis onder te verhuren en een reis van formaat te maken. Dat de marathon, waar het uiteindelijk allemaal om begon, een behoorlijk hobbyistisch gehalte blijkt te hebben, mag de pret niet drukken, ze zitten er en Frans eindigt als 96e van de 3500 lopers.

Als ze terugkomen na een jaar gaat het roer om, gaan ze alle twee als zelfstandig ondernemer aan het werk. Frans gaat aanvankelijk nog even terug naar Hank, want er is nog steeds veel te doen aan het pand, maar hij werkt daarnaast voor andere particulieren.
Op woensdag zorgt hij voor de twee kinderen. Zijn partner, Myrna Rasker, werkt voor educatieve kunstprojecten, zoals bij de Lindenberg, en is als kunstenaar actief op het gebied van mozaïek en objecten.Het bijt elkaar ook wel eens, twee ondernemers in één gezin. Met twee jonge kinderen, onregelmatig werktijden en variabele opdrachten vraagt dat soms behoorlijke flexibiliteit. Maar het maakt ook dat ze elkaar juist goed begrijpen.

Gewoon begonnen
Na 14 jaar verbouwen, is er weer een moment aangebroken om nieuwe wegen in te slaan. Met het afscheid, van een belangrijke opdrachtgever is het plan boven komen drijven om pipowagens te gaan maken. “Afgelopen zomer heb ik een oude hooiwagen gekocht, en toen ben ik met een collega eigenlijk gewoon begonnen met bouwen.” In Lent, in een oude kas, werkten ze er aan. ”Vloer er in, wanden, rond dakje er op en een lichtstraatje bovenin.” Frans maakt er ondertussen een studie van om er een nostalgische en moderne uitstraling aan te geven. “Vooral geen omgebouwde schaftwagen.” Tegelijkertijd moet het onderhoudsvrij en duurzaam zijn en wil hij wél hout toepassen.
Pas als de basis staat gaat er een uitnodiging rond aan geïnteresseerden. De beheerder van de pas opgestarte ‘glamping het Buitenhuis’ ( een samentrekking van glamorous camping)   in Ewijk, hapt toe. Sinds april staat hij nu te huur. Wederom ‘een echte Frans Loeffen’.
Frans is erg tevreden met het resultaat, maar het allerleukste van alles is toch wel dat hij het plezier in het werken terugvind. “Ik wist niet dat ik zo goed met mezelf op kon schieten”. De dagen tijdens het werken aan de ‘pipo’ vliegen soms voorbij, dan vergeet hij zelfs te eten.Ideaal
Maar nu verder. Hij heeft fiks geïnvesteerd in tijd en materialen voor het eerste exemplaar, ziet veel mogelijkheden, naast dat hij ‘gewoon’ verder timmert. ”In feite koop je een compact en uniek nieuwbouwhuisje op wielen. Je kunt het indelen zoals je wil. Als gastenverblijf in de tuin zou kunnen of als flexibel kantoor op locatie. Of wat nou als een stel co-werkers de koppen bij elkaar steekt?” Frans fantaseert verder. Een mooi stukje grond aan de Waal pachten en in eigen beheer pipowagens verhuren lijkt hem ideaal. Dan moet hij wel eerst een stukje grond of een avontuurlijk ingestelde investeerder vinden, dat zakelijke is niet zijn tweede natuur: “Gewoon ‘doen ‘, past meer bij me.”oranjevierkant_kl

 

© 2015 – Anna Bakker, levensverhalen.nu